Methodiek Keuzegids Hbo 2022

In de Keuzegids Hbo 2022 vind je heel veel informatie over hbo-opleidingen. Waar komt al die informatie vandaan? En hoe komen de oordelen tot stand? Op deze pagina leggen we het je uit. Eerst globaal, en voor de echte die-hards ook tot in de kleinste details.

Waar komt de informatie uit de Keuzegids vandaan?

Wij werken met informatie uit betrouwbare bronnen, zoals de studentenoordelen uit de Nationale Studenten Enquête (NSE), arbeidsmarktcijfers van het Researchcentrum voor Onderzoek en Arbeidsmarkt (ROA) en studiesuccescijfers van de Vereniging Hogescholen.

Die cijfers selecteren en bewerken wij vervolgens zelf. Daarbij vinden we het belangrijk dat de cijfers vergelijkbaar zijn, en dat ze relevant zijn voor studiekiezers. Voor de studentenoordelen kijken wij naar de concrete vragen uit de NSE, bijvoorbeeld over de docenten of de praktijkgerichtheid. Algemene vragen zoals ‘zou je de opleiding aanraden aan anderen’ vallen af.

Dit jaar weer nieuwe gegevens uit de Nationale Studenten Enquête

Onze oordelen zijn gebaseerd op de resultaten van de NSE 2021. Na 3 jaar kunnen we weer gebruik maken van de meest actuele gegevens over hoe studenten hun opleiding beoordelen. De enquêtes van 2020 en 2019 konden niet doorgaan vanwege de uitbraak van COVID-19 en technische problemen bij het invullen van de enquête, waardoor we afgelopen twee edities genoodzaakt waren om gegevens uit 2018 te gebruiken. De NSE 2021 is afgenomen met een compleet herziene vragenlijst, waardoor wij dit jaar nieuwe thema’s hebben samengesteld voor de studentenoordelen. De oordelen van dit jaar kunnen daarom niet een-op-een vergeleken worden met de oordelen van voorgaande jaren.

Ook dit jaar geen expertoordeel

Tot 2020 werd er in de rapporten van het NVAO gedifferentieerd op verschillende thema’s zoals toetsing en beoogde eindkwalificaties. Hierdoor konden wij zien of het NVAO een opleiding net voldoende of uitmuntend vond en dit vertalen naar een expertoordeel. Sinds afgelopen jaar differentieert de NVAO niet meer in zijn rapporten, maar geeft hij enkel een “voldoende” of “onvoldoende” eindoordeel, waarbij opleidingen met een “onvoldoende” oordeel geen accreditatie krijgt en dus ook geen plekje in deze gids. Mochten wij dit vertalen naar een oordeel, zou iedere opleiding dezelfde score krijgen. Dit heeft uiteraard geen toegevoegde waarde en daardoor kunnen wij ook dit jaar helaas geen expertoordeel geven.

Hoe komen de oordelen uit de Keuzegids tot stand?

In deze gids zijn alle hbo-bachelors en associate degrees opgenomen die aan drie voorwaarden voldoen:

  • Ze waren op 1 september 2021 opgenomen in het landelijke register croho (zie DUO);
  • Ze hadden op die datum een geldige NVAO-accreditatie die doorliep tot tenminste medio 2022;
  • Ze worden daadwerkelijk per september 2021 aangeboden.

Elke opleiding wordt in de Keuzegids op verschillende aspecten beoordeeld. Er wordt onderscheid gemaakt tussen studentenoordelen uit de Nationale Studenten Enquête en studiesuccescijfers. De studentenoordelen tellen voor 71,4% mee en de studiesuccescijfers voor 28,6%.

In de Keuzegids kijken we naar relatieve scores. We laten dus per aspect* zien of een opleiding op-, onder-, of bovengemiddeld scoort ten opzichte van het landelijk gemiddelde in het hbo.

Dat kun je onder andere zien aan de symbolen in de tabel. Aan het symbool ‘•’ zie je dat de opleiding rond het gemiddelde scoort. Een plusje betekent bovengemiddeld en een minnetje ondergemiddeld. De symbolen lopen van – – – tot ++.

Alle plusjes en minnetjes bij elkaar leiden tot een totaalscore tussen de 0 en de 100 punten. Als een opleiding op alle aspecten gemiddeld scoort, krijgt hij 60 punten. Met elk minnetje of plusje gaan er punten af of komen er punten bij.

De totaalscore wordt daarnaast uitgedrukt in één tot vijf sterren. Drie sterren is gemiddeld, bij vier en een half of vijf sterren noemen we de opleiding een ‘topopleiding’. Dit is ook te herkennen aan de medaille: .

*Voor elk aspect laten we de relatieve scores van de voltijdvariant van opleidingen zien, mits een studie een voltijdvorm aanbiedt en er genoeg data is. Wanneer dit niet het geval is, tonen we (indien mogelijk) de relatieve scores van de deeltijd- of duale opleidingsvariant. Dit geven we altijd met een noot in de tabel aan. 

Verschil met de NSE

De Keuzegids kijkt naar relatieve scores, de NSE niet. Dus als een opleiding in de NSE redelijk scoort op het thema ‘inhoud’, kan het zijn dat er in de Keuzegids toch een minnetje wordt genoteerd, omdat de gemiddelde score in het hbo voor begeleiding hoger ligt.

Wil je meer weten over hoe de gids werkt? Ga dan naar de Leeswijzer. Klik op de onderstaande kopjes om per cijfer in de Keuzegids te zien hoe deze tot stand komt.

Hoe de scores precies worden berekend, wordt hieronder in detail uitgelegd. Klik op het juiste kopje voor meer informatie.

 

 

Feiten

Naast de prestaties en de oordelen willen we ook graag wat vertellen over de feiten van een opleiding. Wordt de opleiding bijvoorbeeld ook in deeltijd of duaal aangeboden? In welke talen kun je de opleiding volgen? En hoeveel kost het eigenlijk om te studeren? Deze feitjes hebben we voor je uitgezocht. Hiervoor doen we voornamelijk zelf onderzoek. Via de database van Studiekeuze123 kunnen wij elk moment bekijken welke opleidingen op dit moment actueel zijn. Hierbij kunnen we meteen zien in welke vormen en talen de opleiding wordt aangeboden. Via het studiesuccescijfersoverzicht van de Vereniging Hogescholen (VH) zien we per opleidingsvorm de instroom, mits dit meer dan 5 is. Voor het collegegeld moeten we iets dieper graven.

 

 

Instroomcijfers

In de kolommen ‘Instroom voltijd’, ‘Instroom deeltijd’ en ‘Instroom duaal’ staat per opleidingsvorm aangegeven hoeveel studenten er het afgelopen jaar zijn ingestroomd. Hierbij worden enkel studenten die voor het eerst het hoger onderwijs instromen meegerekend. Wanneer je een vinkje (√) in een van deze drie kolommen ziet staan (of een ‘V’ in de online gids), betekent dit dat de instelling deze opleiding wél in die opleidingsvorm aanbiedt, maar dat het exacte instroomcijfer niet bekend is. Logischerwijs betekent een kruisje (x) in deze drie kolommen dat de opleiding niet in die opleidingsvorm wordt aangeboden.

We halen dit feit uit het croho-register, de studiekeuzedatabase en het studiesuccescijfersoverzicht van de VH, met peildatum 1 oktober 2020. Vervolgens checken we zelf op de webpagina’s van de opleidingen of onze verzamelde informatie klopt.

De studiekeuzedatabase en het studiesuccescijfers bestand van de VH bevat niet alle instroomcijfers van particuliere hogescholen. Deze worden direct bij de particuliere instellingen aangevraagd, waarna ze direct door de instellingen aan ons geleverd worden. Dit jaar hebben wij de gegevens ontvangen van:

  • Business School Notenboom
  • TMO Fashion Business School
  • Hogeschool TIO

Weer naar boven

 

Voertaal

Voor de voertaal doen wij eigen onderzoek op de websites van opleidingen. De gegevens uit landelijke bronnen (croho-register, studiekeuzedatabase) blijken namelijk niet volledig en correct.

  • en als de opleiding vanaf het begin Engelstalig is (deels Engelse literatuur telt niet als Engels)
  • nl als de opleiding hoofdzakelijk Nederlandstalig is
  • nl/en als er keus is tussen een Nederlands- en een Engelstalige stroom.

Weer naar boven

 

Collegegeld

Vermeld is het tarief voor voltijdstudenten in hun ‘eerste studie’ in studiejaar 2022/2023. Bij de bekostigde hogescholen is dit vrijwel steeds het wettelijk collegegeld. Dit is 2209 euro. In enkele gevallen mogen bekostigde instellingen van dit tarief afwijken. Dan is dit vermeld. Bij particuliere opleidingen varieert de prijs van een jaar studeren van 1.600 tot 20.000 euro. Deze gegevens zijn systematisch verzameld op de websites van de betreffende particuliere scholen met als peildatum 01 september 2021. Veel van de particuliere bedragen gaan dus over het schooljaar 2021/2022.

Weer naar boven

 

 

Prestaties

Eerst beoordelen we de prestatiecijfers. ‘Doorstroom naar jaar 2’ laat zien of er relatief meer of minder studenten na het eerste jaar nog staan ingeschreven als student. Onder ‘Diploma na 5 jaar’ zie je of er relatief meer of minder studenten binnen vijf jaar afstuderen – dit betekent dus de officiële vier jaar, plus een jaar uitloop. Voor de Ad-oordelen kijken we alleen naar de ‘Doorstroom naar jaar 2’. De data voor beide thema’s halen we uit de openbare-rendementbestanden van de Vereniging Hogescholen.

 

 

Doorstroom naar jaar 2

Dit betreft het aandeel studenten dat doorstroomt naar het tweede jaar. Hiervoor kijken we naar het percentage studenten dat is uitgevallen (maw, dat niet meer ingeschreven staat bij een door de NVAO geaccrediteerde opleiding) én dat na het eerste jaar van studie is gewisseld. De studiewisselcijfers worden ook meegenomen in deze berekening, omdat dit percentage ook iets over de desbetreffende opleiding zelf kan zeggen. Het kan iets over een bepaalde opleiding zeggen als relatief veel studenten besluiten om van studie te veranderen, bijvoorbeeld omdat een studie te breed of te moeilijk is.

Door het percentage uitgevallen en gewisselde studenten af te trekken van het totaal (100%), komen we uit op het aandeel studenten dat wél doorstroomt naar jaar het tweede jaar van de opleiding.

Elke opleiding krijgt plussen en minnen toegekend, volgens onderstaande normen:

Norm Doorstroom Keuzegids Hbo-Bachelors 2022
Symbool Doorstroom naar jaar 2
– – – < 47,1%
– – 47,1% – 57,4%
57,5 – 67,8%
o 67,9% – 78,2%
+ 78,3% – 88,6%
++ > 88,6%
Norm Doorstroom Keuzegids Hbo-AD 2022
Symbool Doorstroom naar jaar 2
– – – < 45,8%
– – 45,8% – 56,1%
56,2% – 66,5%
o 66,6% – 76,9%
+ 77,0% – 87,4%
++ > 87,4%

Weer naar boven

 

Diploma na 5 jaar

Dit is het percentage van alle eerstejaars dat na vijf jaar een einddiploma in het Nederlands bekostigd hoger onderwijs heeft behaald, ook als dat bij een andere opleiding of een andere (universitaire) instelling is. De gegevens zijn van de meest recente jaargangen, waarbij het als laatste de eerstejaars van 2015 betreft (die in september 2020 vijf jaar gestudeerd hadden).

Doordat associate degrees nog redelijk nieuw zijn en maar 2 jaar duren hebben we hier helaas (nog) geen goede data over.

Elke opleiding krijgt plussen en minnen toegekend, volgens onderstaande normen:

Norm studiesucces Keuzegids Hbo 2022
Symbool Diploma na 5jr
– – – < 17,8%
– – 17,8% – 31,2%
31,3% – 44,7%
o 44,8% – 58,2%
+ 58,3% – 71,8%
++ > 71,8%

Weer naar boven

 

Oordelen

Het gedeelte ‘oordelen’ is gebaseerd op de studentenoordelen uit de Nationale Studentenenquête (NSE) 2021 van Studiekeuze123.

 

Studentenoordelen

De studentenoordelen zijn gebaseerd op resultaten uit de Nationale Studenten Enquête (NSE) die door ongeveer 300.000 studenten jaarlijks wordt ingevuld. Sinds dit jaar bestaat de NSE uit een gehele nieuwe vragenlijst. Keuzegids heeft uit deze vernieuwde vragenlijst een set vragen gekozen die volgens ons het meest gaan over de kwaliteit van het onderwijs. Die hebben we dit jaar in vijf nieuwe thema’s onderverdeeld: inhoud, docenten, toetsing, voorbereiding loopbaan, en sfeer. In de tabel hieronder zie je welke vragen onder welk thema horen. 

STUDENTENOORDELEN KEUZEGIDS HBO 2022: Indeling thema’s
 Hoofdthema en weging*  Vraagnr  Korte formulering
 1. INHOUD PROGRAMMA  Inh-2  Inhoudelijke kwaliteit studiemateriaal
 Inh-3  Niveau opleiding
 Inh-4  Gehanteerde werkvormen
 Inh-7  Mate waarin inhoud uitdagend is
 2. DOCENTEN  Doc-1  Docenten betrokken
 Doc-2  Didactische kwaliteit docenten
 Doc-3  Inhoudelijk deskundig
 Doc-5  Kwaliteit begeleiding
 3. TOETSING  Toe-1  Aansluiting op inhoud opleiding
 Toe-2  Duidelijkheid criteria
 Toe-3  Toetsing op kennis/inzicht
 Toe-4  Toetsing vaardigheden
 4. VOORBEREIDING LOOPBAAN  VbB-1  Opdoen beroepsvaardigheden
 VbB-2  Contact Beroepspraktijk
 5. SFEER  B&C-3  Veilig jezelf zijn
 B&C-4  Thuis voelen bij opleiding
 B&C8  Docenten open voor feedback
 B&C-9  Opleiding open voor feedback
 * De studentenoordelen wegen samen voor 71,4% mee in de ranglijsten van de Keuzegids.

De studentenoordelen zijn gebaseerd op resultaten van de Nationale Studenten Enquête (NSE) 2021. Het betreft eigen selecties en bewerkingen van deze oordelen, afkomstig uit het “landelijk benchmarkbestand” uit juni 2021. De oordelen zijn niet een-op-een af te leiden uit publicaties.

Voor instellingen die interesse hebben in een gedetailleerde rapportage over sterke en zwakke punten van opleidingen (inclusief de meerjarige trend) bestaat de mogelijkheid om speciale benchmarkrapporten te bestellen.

Onze bewerkingsstappen
Onze bewerking van de studentenoordelen omvat de volgende stappen:

  • Berekening van gemiddelde vraagscores per opleiding;
  • Berekening landelijk hbo-gemiddelde per vraag – met weging op basis van populatieverhoudingen;
  • Selectie van 18 representatieve vragen, met optimale aansluiting op vragen uit het verleden*;
  • Ordening in 5 hoofdthema’s + berekening van themascores per opleiding/groep opleidingen*;
  • Bepaling klassengrenzen per hoofdthema, voor +/- scores in de Keuzegids;
  • Toepassing klassenindeling;
  • Controle kansverdeling;
  • Verwerking in de ranking tabellen, samen met studiesuccescijfers.

* De selectie van vragen en indeling in thema’s wordt getoetst op samenhang en vergelijkbaarheid met behulp van Cronbach’s Alpha. Hiermee filteren we uit een veelheid van 100 enquêtevragen de essentie over onderwijskwaliteit.

Alle oordelen zijn steeds vergeleken met het landelijke hbo-gemiddelde. Hier geven wij de klassengrenzen per hoofdthema. De scores zijn weliswaar afgeleid van de 5-puntsschaal van de Nationale Studenten Enquête, maar in de Keuzegids worden de verschillen in beeld gebracht. Elke kwaliteitsklasse is daarbij 0,20 tot 0,30 punt breed. Deze klassenbreedte is ontleend aan de standaarddeviaties van alle oordelen.

Normen studentenoordelen Keuzegids hbo-bachelors 2022
Oordeel Gem. St. Dev. – – – – – o + + +
 Inhoud 3,69 0,20 < 3,194 3,194 – 3,391 3,392 – 3,589 3,590 – 3,787 3,788 – 3,986 > 3,986
 Docenten 3,73 0,26 < 3,083 3,083 – 3,342 3,343 – 3,602 3,603 – 3,862 3,863 – 4,123 > 4,123
 Toetsing 3,61 0,19 < 3,128 3,128 – 3,320 3,321 – 3,513 3,514 – 3,706 3,707 – 3,900 > 3,900
 Voorb. loopbaan 3,58 0,30 < 2,839 2,839 – 3,135 3,136 – 3,432 3,433 – 3,729 3,730 – 4,027 > 4,027
 Sfeer 3,90 0,21 < 3,373 3,373 – 3,581 3,582 – 3,790 3,791 – 3,999 4,000 – 4,209 > 4,209
Normen studentenoordelen Keuzegids HBO-AD 2022
Oordeel Gem. St. Dev. – – – – – o + + +
 Inhoud 3,65 0,22 < 3,088 3,088 – 3,311 3,312 – 3,535 3,536 – 3,759 3,760 – 3,984 > 3,984
 Docenten 3,73 0,27 < 3,062 3,062 – 3,327 3,328 – 3,592 3,593 – 3,858 3,859 – 4,125 > 4,125
 Toetsing 3,62 0,25 < 2,996  2,996 – 3,243 3,244 – 3,491 3,492 – 3,739 3,740 – 3,988 > 3,988
 Voorb. loopbaan 3,52 0,27 < 2,837 2,837 – 3,109 3,110 – 3,382 3,383 – 3,655 3,656 – 3,929 > 3,929
 Sfeer 3,90 0,23 < 3,335 3,335 – 3,560 3,561 – 3,786 3,787 – 4,012 4,013 – 4,239 > 4,239

 

Weer naar boven

 

 

Totaalscore/oordeel

De tabellen staan vol plusjes, minnetjes en •-tjes, die aangeven of een opleiding beter, slechter of gelijk aan de gemiddelde hbo-opleiding scoort. Ook zie je het eindoordeel uitgedrukt in nul tot vijf sterren. Bovendien zijn opleidingen met een eindoordeel van 75 punten of meer ‘topopleiding’. Dit kun je zien aan een medaille voor de tabel.

Kijk bij de tabellen niet puur naar welke opleiding bovenaan staat. Je kunt namelijk ook zien hoeveel kwaliteitsverschil er is tussen de opleidingen. Zo kan een opleiding als laatste eindigen en toch prima onderwijs bieden of kunnen juist alle opleidingen, inclusief de opleiding die bovenaan staat, van mindere kwaliteit zijn.

Totaalscore

Voor de ranglijsten van deze Keuzegids zijn originele gegevens omgerekend naar een 6-puntsschaal, die loopt van (- – -) via • tot (++).

Samengevoegd zijn er nu 7 of 8 thema’s: 1 of 2 vanuit de rendementcijfers van de Vereniging Hogescholen (prestaties) en 5 vanuit de Nationale Studenten Enquête van Studiekeuze123 (inhoud t/m sfeer). De prestaties tellen voor 28,6% mee, de oordelen voor 71,4%.

Bij de associate degrees hebben we maar één thema bij de prestaties. Om een vergelijkbare score met de bachelors te krijgen hebben we er voor gekozen dit thema – survival eerstejaars – voor de volledige 28,6% mee te laten tellen.

Het resultaat is een cijfer op een schaal van 0 tot 100. De gemiddelde opleiding scoort tussen de 56 en 65 punten.

Totaaloordeel

Het totaaloordeel is een afgeleide van de totaalscore. Hoe hoger de score, hoe hoger het oordeel.
De classificatie van het oordeel is als volgt:

Classificatie totaaloordeel
 Totaalscore  Classificatie  Oordeel
< 45  zwak 1 ster
45 – 54  matig 1 ster
55 – 64  voldoende 1 ster
65 – 74  goed 1 ster
75 – 84  zeer goed 1 ster
> 84  uitstekend 1 ster

Weer naar boven

 

Arbeidsmarkt

Bij elk vak-artikel in de Keuzegids vind je cijfers over de baankansen na je studie. Deze gegevens komen uit de HBO-Monitor 2020, een grote enquête onder pas afgestudeerden (1,5 jaar na afstuderen). Wij willen die gegevens zo verwerken dat je een eerlijke vergelijking tussen de studies krijgt. Met hulp van het onderzoeksinstituut ROA van de Universiteit Maastricht is het gelukt om deze vergelijking te maken. Hier een uitleg over de hoofdpunten.

Weer naar boven

 

Aan het werk

In de enquête van de HBO-Monitor wordt gevraagd naar de situatie van de afgestudeerde op het moment van enquêteren, dus anderhalf jaar na het afstuderen. Wanneer de afgestudeerde aangeeft werkzaam te zijn, wordt er ook gevraagd naar het aantal uren dat hij werkt per week.

Wij tellen alleen werkenden die minstens 12 uur per week betaald werkzaam zijn als “werkenden”. Deze grens hanteren wij om onterechte verschillen tussen hbo en wo weg te nemen. De Nationale Alumni Enquête, onze bron voor de arbeidsmarktgegevens van het wo, hanteert namelijk de grens van 12 uur per week.


Weer naar boven

 

Studeert door

 

Wanneer de afgestudeerde aangeeft niet werkzaam te zijn op het moment van enquêteren, dan kan dat zijn omdat ze verder zijn gaan studeren. Wij geven per vakgebied aan hoeveel procent van de afgestudeerden na het behalen van het hbo bezig is met een vervolgstudie. Hier worden alleen reguliere opleidingen mee bedoeld: opleidingen als cursussen en bedrijfstrainingen tellen niet mee.

Weer naar boven

 

Werkt op hbo-niveau

 

Aan afgestudeerden wordt gevraagd welk opleidingsniveau er vereist was voor hun huidige functie. Als dit ten minste op het eigen opleidingsniveau was, telt iemand mee voor het vermelde percentage “op niveau”. Dit is een percentage van het totaal aantal afgestudeerden die hebben aangegeven voor minstens 12 uur per week werkzaam te zijn.

Weer naar boven

 

Bruto maandsalaris

Voor de berekening van het bruto-maandsalaris is gekeken naar het feitelijke inkomen dat iemand opgeeft. Er wordt geen berekening gemaakt naar het fulltime 40-uur salaris. Hierdoor kan het gemiddelde salaris in een vakgebied waar het uurloon hoog ligt, laag uitvallen omdat er meer parttime gewerkt wordt. De definities die wij hanteren zijn:

  • “Afgestudeerd” is in bezit zijn van een hbo-bachelor;
  • Je moet 12 uur per week betaald werk hebben om mee te tellen (zie boven);
  • Werkelijk verdiend inkomen. Dus bij parttime geen omrekening naar fulltime bedragen;
  • Inclusief neveninkomsten. Dus niet alleen een arbeidscontract, maar ook freelance en overwerk enz.;
  • Landelijke cijfers per vakgebied, waarbij de gegevens van verwante opleidingen (binnen de beroepsgroep) samen worden genomen. Hierdoor hebben we geen last van kleine steekproefaantallen. Dit geeft een meer realistisch en betrouwbaar beeld;
  • Gemiddelde cijfers, zonder extremen. We schrappen zeldzame ‘outliers’ (bovenste en onderste 2%). Omdat ze onwaarschijnlijk zijn, en de statistiek van één vakgebied scheef kunnen trekken.

Weer naar boven

 

Goed voorbereid op baan

Voor de statistieken over de tevredenheid met de startpositie van afgestudeerden, gebruiken we de vraag; “Vormde je opleiding een goede basis voor je start op de arbeidsmarkt?”. Keuzegids vermeldt per vakgebied het percentage afgestudeerden dat hier “goed” of “zeer goed” heeft geantwoord.

Weer naar boven

 

Werkt fulltime

 

Aan werkenden (zie ook ‘Aan het werk’) wordt gevraagd hoeveel uur per week zij betaald aan het werk zijn. Keuzegids vermeldt per vakgebied het percentage werkenden dat op het moment van enquêteren een fulltime aanstelling heeft, dat wil zeggen, meer dan 33 arbeidsuren per week maakt.

Weer naar boven

 

Ranking in artikel “De beste scholen”

Voorin deze Keuzegids staan ook ranglijsten met totaalscores voor complete instellingen. Maar hoe kan je instellingen met een heel verschillend studieaanbod op een eerlijke manier met elkaar vergelijken? Dat wordt gedaan met een speciale berekening:

  • Instellingsscore = 60 +/- afwijkingsscore

Er is gekozen voor de neutrale score van 60, omdat dit de totaalscore is wanneer je op elk thema een “o” scoort: de ultieme gemiddelde score.

De instellingsscore en de totaalscore van de opleidingen hebben zo een vergelijkbare scoring. Op basis van de scores van de aangeboden opleidingen worden er punten bijgeteld of afgetrokken, de afwijkingsscore.

De afwijkingsscore wordt als volgt berekend:

  • Stap 1: opleidingen vergelijken met verwante opleidingen.

Er wordt eerst per opleiding van de betreffende instelling gekeken hoe deze scoort vergeleken met het landelijke gewogen gemiddelde. Een gewogen gemiddelde houdt in dat er bij het berekenen van het gemiddelde rekening gehouden wordt met de grootte van, in dit geval, de opleiding.

Bijv. de master geneeskunde van instelling X scoort 66 punten, 4 punten onder het Geneeskunde-gemiddelde van 62.

  • Stap 2: elke opleiding weegt zo zwaar als hij groot is.

Het verschil hierin wordt vermenigvuldigd met het aantal studenten die deze opleiding volgt.

Bijv. de master geneeskunde heeft 1000 studenten. 1000 *- 4 = – 4000. In stap 2 krijgt de master geneeskunde – 4000 punten.

  • Stap 3: alle opleidingen worden opgeteld.

De punten van alle opleidingen van de betreffende instelling worden bij elkaar opgeteld.

Bijv. instelling X heeft drie opleidingen:
De master geneeskunde scoort 66 punten, 4 punten onder het gemiddelde. Er zijn 1000 studenten.

  • De master communicatie scoort 68 punten, 6 punten boven het gemiddelde. Er zijn 500 studenten.
  • De master psychologie scoort 64 punten, 4 punten boven het gemiddelde. Deze opleiding telt 2000 studenten.
  • Genees: – 4 x 1000 = – 4000 punt
  • Comm: + 6 x 500 = + 3000 punt
  • Psych: + 4 x 2000 = + 8000 punt
  • Totaal: – 4000 + 3000 + 8000 = 7000 punten
  • Stap 4: de afwijkingsscore wordt berekend.

Om op een gewogen afwijkingsscore te komen, wordt in de laatste stap het totaal gedeeld door het aantal studenten van alle opleidingen van de instelling.

Bijv. bovenstaande universiteit heeft 7000 punten in totaal en 3500 studenten verdeeld over de opleidingen.

  • 7000 / 3500 = 2.
  • De afwijkingsscore = + 2.
  • De instellingsscore = 60 + de afwijkingsscore, dus voor instelling X is de instellingsscore 62.


Weer naar boven