Leeswijzer & aanvullingen Keuzegids masters 2021

Correcties en aanvullingen bij de Keuzegidsen

Methodiek Keuzegids masters 2021

 

Leeswijzer

 

Instellingen laten zich op (online) open dagen, in folders en op hun website van hun beste kant zien. Dat is logisch: zij willen graag dat jij voor hen kiest. Hierdoor mist echter het overzicht. Keuzegids zet daarom alle masters per vakgebied bij elkaar, zodat je ze makkelijk kunt vergelijken. Hieronder lees je hoe dat werkt.

In sommige andere gevallen gebruiken instellingen de Engelse versie van hun naam, of geven ze hun opleiding een ‘marketingnaam’, die net iets aantrekkelijker klinkt. Zo vind je bij de UvA dramaturgie, wat eigenlijk de duale variant van kunst- en cultuurwetenschappen is.

Tip: specialisaties als communicatie, beleid en management en dramaturgie zijn wel terug te vinden in onze online Mastervergelijker. Daar kun je bovendien nog allerlei andere gegevens over de masterprogramma’s vinden, zoals de voertaal, het collegegeld, tracks en toelatingseisen. In het artikel ‘Mastervergelijker’ op bladzijde 15 lees je wat de Mastervergelijker te bieden heeft, en hoe je hem gebruikt. Of neem zelf meteen een kijkje op www.keuzegids.org/mastervergelijker.

Plussen en minnen: tevreden studenten?

De tabellen staan vol plusjes, minnetjes en o’tjes, die aangeven of een studie beter, slechter of gelijk aan de gemiddelde masteropleiding scoort. Zo zie je hoe tevreden studenten van die opleiding over een bepaald thema zijn. In onze gids worden studentenoordelen weergegeven van de overkoepelende programma’s, niet de aparte specialisaties – de beschikbare cijfers worden niet uitgesplitst.

De studentenoordelen komen uit de jaarlijkse Nationale Studenten Enquête (NSE). Uit die enquête hebben wij de belangrijkste vragen geselecteerd. Soms hebben we niet alle gegevens, is het aantal studenten te laag voor een betrouwbaar oordeel, of doen instellingen niet mee met de NSE. Ook dat kun je in de tabel zien. Let op: in deze gids baseren we ons op de enquêteresultaten van 2019 (wo-masters) en 2018 (hbo-masters). Dat zijn op dit moment de meest recente studentenoordelen.

De tabellen: waar kijk je naar?

Achter de thema’s in de tabellen gaan de volgende vragen schuil:

  • Programma: is het onderwijs uitdagend, zijn de gebruikte werkvormen effectief en heeft het programma genoeg samenhang?
  • Toetsing: zijn de toetscriteria duidelijk, sluiten ze aan op de stof en wordt er genoeg getoetst op kennis, inzicht en vaardigheden?
  • Docenten: zijn de docenten deskundig en didactisch vaardig, krijgen de studenten goede feedback en begeleiding?
  • Wetenschappelijke vorming: is er genoeg aandacht voor het kritisch lezen van wetenschappelijke publicaties, het schrijven van artikelen en het aanleren van methoden en technieken van wetenschappelijk onderzoek?
  • Praktijkgerichtheid: oefenen de studenten met vaardigheden als conclusies onderbouwen en kritisch redeneren, wordt er gewerkt aan beroepsvaardigheden?
  • Studeerbaarheid: is het studierooster efficiënt, worden tentamenresultaten helder en op tijd bekendgemaakt?
  • Begeleiding: zijn de betrokkenheid en bereikbaarheid van docenten, de beschikbaarheid en kwaliteit van studiebegeleiding voldoende?
  • Faciliteiten: zijn de werkruimtes en bibliotheek prettig, en is de digitale leeromgeving in orde?
  • Internationalisering: word je gestimuleerd om in het buitenland te studeren of kennis te maken met andere culturen?
  • Uitdagend onderwijs: geeft de opleiding ruimte om je eigen interesses te volgen of verdieping aan te brengen in de lesstof?

Kijk voor een toelichting bij de verantwoording. Voor de technische uitleg van de methodiek kijk je op www.keuzegids.nl/methodiek of scan je de QR-code op de achterkant van het boek.

Wat kun je ermee?

In elk artikel vind je onder het kopje ‘Arbeidsmarkt’ en in de tabel ‘Positie pas afgestudeerden’ informatie over de baankansen. De gegevens zijn afkomstig van de Nationale Alumni Enquête (NAE) van de Vereniging van Universiteiten (VSNU), en van het Researchcentrum voor Onderwijs en Arbeidsmarkt (ROA).

  • Percentage werkenden: het aandeel afgestudeerden dat binnen 1,5 jaar minstens 12 uur per week betaald werk heeft;
  • Werkt op masterniveau: het aandeel werkenden dat werkt op masterniveau;
  • Werkt fulltime: het aandeel werkenden dat een fulltime baan heeft;
  • Heeft een vast contract: het aandeel werkenden dat een vast contract heeft;
  • Bruto maandinkomen: gemiddeld bruto maandloon 1,5 jaar na afstuderen (niet teruggerekend naar fulltime);
  • Goed voorbereid op werk?: het aandeel afgestudeerden dat tevreden is over de voorbereiding op de arbeidsmarkt;
  • Arbeidsmarktprognose: voorspelling van baankansen tot 2024 van het Researchcentrum voor Onderwijs en Arbeidsmarkt (ROA).