Niet alleen in het hbo, ook op de universiteiten blijkt massaliteit een groeiend probleem. De sterke groei van de studentenaantallen en het kuddegedrag van studenten die kiezen voor bachelorstudies als rechten, economie en bedrijfskunde, leidt bij die grote studies tot flink wat onvrede. En die onvrede kan nog toenemen, als de huidige generatie studenten straks op de arbeidsmarkt komt.
Ook bij de kwaliteitsvergelijking tussen de universiteiten als geheel blijkt grootschaligheid zijn tol te eisen. Wageningen, als kleinste universiteit, krijgt de meeste lof voor zijn onderwijs. Van de klassieke universiteiten scoort Nijmegen het hoogst.
Dat blijkt uit de Keuzegids Universiteiten 2010, die vandaag verschijnt. Deze gids behandelt onder meer de perspectieven op de arbeidsmarkt. Voor hoger opgeleiden zijn die niet zo somber als in vorige recessies, maar er zijn wel flinke verschillen per studierichting. De redactie bespreekt in dit kader de nieuwste prognoses van het researchcentrum ROA in Maastricht. Voor medici, accountants en theologen ziet het er de komende jaren nog gunstig uit. Somberder zijn de perspectieven voor studies als bouwkunde, kunstwetenschap en informatica; in deze sectoren grijpt de crisis wat dieper in.
Ook juristen, economen en bedrijfskundigen krijgen de komende jaren te maken met een zwakke arbeidsmarkt. Dat heeft veel te maken met de enorme studentenaantallen. Er komen domweg te weinig banen vrij om alle nieuwe afgestudeerden op te vangen.
Dezelfde massale bachelorstudies – rechten, economie en bedrijfskunde – komen er in de Keuzegids ook in kwalitatief opzicht niet gunstig vanaf. Studenten melden dat ze een weinig uitdagend programma aangeboden krijgen. Dat geldt zowel voor het aantal lesuren (niet meer dan 10 per week) als de inhoud en het intellectuele niveau van het onderwijs.
Opleidingen die wel veel lof van hun studenten krijgen, behoren vooral tot de exacte en medische disciplines. Maar ook de University Colleges scoren hoog.
Tel je baankansen en kwaliteitsoordelen bij elkaar op, dan blijven geneeskunde, tandheelkunde en aanverwanten – voor wie inloot – een aanrader. De juridische en bedrijfskundige richtingen zijn het minst aan te raden.
Heb je eenmaal een studie gekozen, dan is het volgens de gidsredactie belangrijk om niet naar de eerste de beste universiteit te gaan. Een groot deel van de gids is daarom gewijd aan kwaliteitsvergelijking per studie. Ook voor wie eigenwijs is en toch econoom, jurist of bedrijfskundige wil worden, blijken er enkele faculteiten te zijn die aantrekkelijk onderwijs bieden. En bijna steeds gaat het om de wat kleinschaliger instituten – zoals Wageningen, Maastricht en de Open Universiteit.
Dat laatste blijkt geen toeval. Want voorin de gids werpt de redactie een blik dwars over de studies. De conclusie is snel duidelijk. Wageningen, de kleinste van alle universiteiten, scoort met bijna al haar opleidingen ver boven het gemiddelde – en is dus ook als geheel de meest gewaardeerde instelling.
De troef van Wageningen is volgens de redactie het kleinschalige en intensieve onderwijs. Toch is er ook een kanttekening te plaatsen: de studenten doen er relatief lang over hun bachelorstudie.
De meeste grote universiteiten scoren beduidend minder goed. De redactie constateert daarom dat “grootschaligheid en kwaliteit blijkbaar niet zo gemakkelijk zijn te combineren”. Maar dat het wel kan, wordt volgens haar bewezen door de Radboud Universiteit uit Nijmegen. Deze is overtuigend de sterkste van de grote instellingen. De gidsredactie verklaart dat uit de enorme investeringen van deze instelling in modernisering van onderwijsgebouwen en bijbehorende voorzieningen en uit een actief beleid, gericht op verhoging van het aantal contacturen en didactische scholing van docenten.
Het minst succesvol in de beoordelingen van de Keuzegids is de Vrije Universiteit: “Deze universiteit scoort het laagst van allemaal met contacturen, gebouwen en faciliteiten én de waardering van studenten voor de inhoud en samenhang van het studieprogramma. Door sterke groei is de kwaliteit onder druk gekomen.”
De nu verschenen Keuzegids Universiteiten is de evenknie van de Keuzegids HBO Voltijd, die twee weken geleden door dezelfde uitgever werd uitgebracht. Beide gidsen zijn, samen met de Keuzegids Masters die in januari verschijnt, opvolgers van de Keuzegids Hoger Onderwijs die tot vorig jaar een ongedeelde uitgave was. De splitsing maakt meer diepgang mogelijk, zonder dat de gids een log gevaarte wordt.
De redactionele aanpak van de Keuzegids is vertrouwd. Per studie wordt kort en helder het vakgebied geschetst en inzicht geboden in de beroepsperspectieven. Daarna volgt een vergelijking en kwaliteitsbeoordeling van alle aangeboden opleidingen in het betreffende vakgebied. Deze beoordeling is gebaseerd op studiestatistieken en oordelen van studenten en experts. Met deze ‘consumententest’-benadering is de Keuzegids interessant voor aanstaande studenten en hun ouders, voor schooldecanen, maar ook voor de besproken opleidingen. Die krijgen een spiegel voorgehouden.
De Keuzegids Universiteiten 2010, zoals de nieuwe gids voluit heet, is vanaf 17 december voor 25 euro te bestellen in de boekhandel of in onze webwinkel. Hij is zowel in boekvorm beschikbaar als op CD-rom.