Bij de Keuzegids zijn we blij dat we niet de enigen zijn die onderwijskwaliteit belangrijk vinden. Dus zijn we ook elk jaar oprecht nieuwsgierig als Elsevier met zijn special “Beste Studies” komt. We zijn concurrenten, maar ook collega’s. Alleen moet je de twee niet door elkaar halen. We leggen hier een paar verschillen uit. Zoals het verbazende feit dat Elsevier niks doet met ontevreden studenten.
Elsevier en de Keuzegids zijn de enige twee partijen in Nederland die elk jaar ranglijsten van beste opleidingen en instellingen in hbo en wo publiceren. Beide zijn onafhankelijk en gelden als gezaghebbend. Naast deze twee zijn er allerlei websites waarop gegevens van en over opleidingen te vinden zijn, alleen zijn dat geen ranglijsten. Daarnaast zijn er ook internationale ranglijsten, maar die gaan meer over nobelprijzen en wetenschappelijke ‘reputatie’. Wij blijven dichter bij huis en hebben het over de feitelijke onderwijskwaliteit en -prestaties. Net als Elsevier.
Maar noem ons geen “Elseviers Keuzegids”, zoals sommigen wel eens doen. Want dan trap je ons hard op de tenen. Het is zoiets als “Feijenoord Amsterdam”. Er zit dus emotie bij, jazeker. Maar er zijn ook objectieve verschillen. Waar bestaan die uit?
Maar nu het meest boeiende verschil, waar bijna niemand van weet: de berekening van studentenoordelen. Ze komen uit één en dezelfde bron: de Nationale Studenten Enquête NSE), maar toch zijn er verrassende verschillen. Dat komt deels doordat we elk een eigen selectie maken uit de 100 vragen en 17 thema’s van de NSE. Maar er is iets belangrijkers: de Keuzegids berekent per opleiding een gemiddeld oordeel, Elsevier meldt het percentage tevreden studenten. Dat betekent dat bij Elsevier de ontevreden studenten geen invloed op de beoordeling hebben.
Maakt dat dan echt iets uit? Jazeker, want bij sommige opleidingen zijn de studenten het veel meer met elkaar eens dan bij andere. En een opleiding met een flinke groep klagende studenten kan bij Elsevier best veel gunstig scoren, omdat ontevredenheid niet meetelt. Bij de Keuzegids tellen de oordelen van álle studenten mee, dus ook de klagers. Hier een rekenvoorbeeld van drie opleidingen. De scores zijn oordelen van studentren op een 5-puntsschaal, waarbij 1 “zeer ontevreden” betekent en 5 “zeer tevreden”.
Score | School A | School B | School C |
---|---|---|---|
1 | 0% | 10% | 0% |
2 | 0% | 10% | 15% |
3 | 45% | 20% | 15% |
4 | 40% | 50% | 60% |
5 | 15% | 10% | 10% |
5 | 15% | 10% | 10% |
elsevier % | 58 | 63 | 74 |
plaats | 3e | 2e | 1e |
Keuzegids | 3,70 | 3,40 | 3,65 |
plaats | 1e | 3e | 2e |
Je gelooft het haast niet, maar het gaat echt om dezelfde opleidingen. Toch vallen de resultaten totaal verschillend uit. School A heeft gemiddeld de meest tevreden studenten, en dat geeft voor de Keuzegids de doorslag. Maar Elsevier telt alleen viertjes en vijfjes en dan eindigt opleiding juist onderaan.
Bij de Keuzegids vinden we positieve oordelen even belangrijk als het ontbreken van zware klachten. Vandaar dat wij voor 200% achter onze aanpak staan. Maar het blijft soms lastig uit te leggen.