Wil je niet te hard studeren en straks wel goed geld verdienen? Dan zijn fiscaal recht en fiscale economie een goeie tip. Als je maar zorgt dat je het ietwat saaie eerste jaar doorkomt. En denk je aan de brede studie rechtsgeleerdheid? Krab dan nog maar even achter je oren: je krijgt er weinig onderwijs, met een heel laag praktisch gehalte. En op de arbeidsmarkt lopen al iets te veel meesters in de rechten rond.

Rechten contra geneeskunde

Dit is een van de honderden adviezen die zich laten destilleren uit de Keuzegids Universiteiten 2011, die vandaag verschenen is. De gids biedt een kritische bespreking van studierichtingen, maar is vooral ook bekend om zijn beoordeling van opleidingen en universiteiten. Bij fiscaal recht zit je bijvoorbeeld goed in Leiden; voor andere rechtenstudies is Nijmegen favoriet; en voor wie geen problemen heeft met thuisstudie is de Open Universiteit de perfecte oplossing. Tegelijk is de UvA in Amsterdam bij alle rechtenopleidingen een afrader. Notarieel recht bij de UvA figureert zelfs als de zwakst beoordeelde opleiding uit de hele Keuzegids Universiteiten.

De meest gewaardeerde opleidingen in deze gids zijn vrijwel allemaal exacte en medische studies. De topper is aardwetenschappen. Studenten in deze disciplines krijgen er meer onderwijs, haken minder snel af, en beoordelen het onderwijs ook duidelijk positiever. Bij de niet-exacte opleidingen zijn de hoogste scores voor de university colleges, met als topper de Roosevelt Academy in Middelburg. Ook hier zit het geheim in het kleinschalige en intensieve onderwijs, waarin voor ontsporingen geen tijd is. Bij deze studie ligt het afstudeersucces daarom net zo hoog als bij de altijd prima beoordeelde opleidingen geneeskunde.

Leiden en de VU

Dwars op de studies biedt de Keuzegids ook een rangschikking van best beoordeelde universiteiten. De hoogste scores zijn weer voor twee specialisten: de ‘groene’ universiteit in Wageningen, en de Open Universiteit met zijn afstandsonderwijs. Beide weten ze zich in meerdere vakgebieden positief te onderscheiden. Van de zes allerhoogste scores uit de Keuzegids vallen er zelfs vijf in Wageningen. Ook nummer drie op het podium is nog geen ‘brede klassieke universiteit’. Dit is de Universiteit Maastricht, die de hoge score vooral dankt aan zeer sterke opleidingen economie en bedrijfskunde. Bij de zes klassieke universiteiten staat voor het eerst sinds jaren een instelling uit de Randstad op de eerste plaats: Leiden lost hier de Nijmeegse Radboud Universiteit als koploper af. Wat deze twee gemeen hebben, is dat ze juist bij een grote studie als rechtsgeleerdheid hun zaakjes goed op orde hebben. Maar dat geldt ook voor pedagogiek – en in Leiden voor informatica en biofarmaceutische wetenschappen

De Vrije Universiteit komt voor het tweede jaar als zwakste uit de beoordeling. De gidsredactie wijt dit deels aan te grote studentenaantallen en daardoor uitpuilende collegezalen. Maar er is meer: ook de waardering voor de inhoud van het programma is dit jaar bij de VU de laagste van alle universiteiten.

Gegevensbasis in gevaar

De Keuzegids Universiteiten 2011 is de tweede van vijf Keuzegids-edities die deze winter verschijnen. Hij is bedoeld voor aanstaande wo-studenten en voor meedenkende ouders en schooldecanen. Vanwege de onafhankelijke kwaliteitsbeoordeling wordt de Keuzegids ook veel gelezen door de opleidingen zelf. Die kwaliteitsbeoordeling omvat steeds tien punten. Vijf berusten er op oordelen van studenten, één op deskundigenoordelen en twee op onderwijsstatistieken over uitval en studiesucces. De twee laatste punten zijn gebaseerd op cijfers over het aantal les- of contacturen en over de groepsgrootte in een opleiding. In tijden van massale en verwaterde onderwijsprogramma’s is een kritische vergelijking op deze onderdelen van belang. Voor die vergelijking maakte de Keuzegids tot vorig jaar gebruik van schattingen door studenten, in het kader van de Nationale Studentenenquête. Het werkelijke aantal contacturen bleek vaak lager en de groepsgrootte hoger dan in de officiële plannen van universiteiten en hogescholen stond. Door een ongelukkige beslissing van de organisator van de Nationale Studentenenquête, de Stichting Studiekeuze123, wordt vanaf 2010 echter niet meer aan de studenten gevraagd hoeveel onderwijs ze krijgen en hoe groot- of kleinschalig dit is opgezet. Voor deze twee onderwerpen moest de gidsredactie dit jaar terugvallen op gegevens van vorig jaar. Tegelijk is bezwaar gemaakt tegen het schrappen van de genoemde vragen. Het bestuur van Studiekeuze123, dat wordt gevormd door vertegenwoordigers van het hoger onderwijs zelf, heeft dit bezwaar niet gehonoreerd. Men meent dat het eenvoudiger en betrouwbaarder is om de universiteiten zelf te laten melden hoeveel contacturen er zijn en wat de normen voor groepsgrootte zijn. Voortaan worden onafhankelijke waarnemingen van studenten dus vervangen door cijfers uit vijfjarenplannen. De keuzegidsredactie is ongelukkig met dit verlies van transparantie en hoopt nog op inkeer bij Studiekeuze123, een organisatie die door de overheid wordt gefinancierd om precies die transparantie te vergroten. Achterin de Keuzegids geeft de redactie een verantwoording van gehanteerde bronnen. Een meer gedetailleerde toelichting op bronnen en methodiek van beoordeling is te vinden op www.keuzegids.org/methodiek.

De Keuzegids is in boekvorm voor 25 euro te bestellen in de boekhandel of in de webwinkel www.keuzegids.org. Daarnaast zijn alle gidsen ook tegen betaling online toegankelijk. Een snel groeiende aantal scholen en instellingen beschikt over een netwerklicentie. Recente voorbeelden zijn de bibliotheken van Stenden hogeschool en Universiteit Leiden.

[Op 17-12 is een correctievel verschenen. U kunt het hier downloaden. In de online-gids zijn de correcties al verwerkt]