31 maart 2017 – Bij masters van de technische uni’s ben je met de juiste vooropleiding zo binnen. Maar bij instellingen als Wageningen en Leiden is het niet zo’n makkie. De Keuzegids zocht uit welke universiteiten het meest selectief zijn. Over het algemeen geldt: wees op je hoede. Er is meer selectie dan je denkt. En de informatie is niet altijd eenduidig.

Omdat instellingen zelf niet altijd eenduidig zijn over selectie, is er ruimte voor meerdere interpretaties. De Keuzegids koos voor een andere definitie dan die van de onderwijsinspectie. Taaltesten worden niet in overweging genomen als selectiecriterium. De Keuzegids benoemt dit wel als selectie. Daarnaast zijn masters volgens de Inspectie alleen selectief als ook studenten van de eigen instelling mee moeten doen aan de selectieprocedure.

Bij de Wageningse masters is het verschil het sterkst. De Inspectie komt uit op 0% selectie. Maar volgens de Keuzegids is 89% van de masters in Wageningen selectief. Dat komt omdat je in principe voor elke master een 7 gemiddeld moet staan om binnen te komen. Voor studenten die hun bachelor in Wageningen gehaald hebben, wordt de soep niet altijd zo heet gegeten. Bij ongeveer eenderde van de masters kom je met een specifieke Wageningse vooropleiding direct binnen.

Andere ‘strenge’ universiteiten zijn Maastricht, Leiden en Utrecht en Rotterdam. In Maastricht zijn de taaleisen strenger dan elders en moet je bij de meeste masters een toets maken om te worden toegelaten. Leiden kiest voor de strategie van eigen studenten eerst en werpt vooral drempels op voor studenten van buitenaf. Zo word je voor de Leidse master biomedical sciences direct toegelaten met een Leidse bachelor, maar moet je als student van buiten een 6,5 gemiddeld staan en je studie binnen een bepaalde tijd hebben afgerond. Groningen is de enige instelling waar bij bepaalde masters alle studenten met een niet-Groningse bachelor worden geweerd. Dit geldt onder andere voor de masters chemistry, medical pharmaceutical sciences en Nederlands recht.

 

Verschillende soorten selectie

Er worden in Nederland op dit moment 1179 NVAO-geaccrediteerde masteropleidingen aangeboden. De researchmasters zijn vanzelfsprekend selectief, en de lerarenmasters, post-initiële masters en hbo-masters stellen bepaalde eisen. Dan blijven wat we vroeger ‘doorstroommasters’ noemden over. Dit zijn er 620. Bij vijf van de dertien universiteiten is meer dan de helft van deze masters selectief. Of men in de praktijk minder streng is dan op de websites wordt gepretendeerd, is moeilijk na te gaan. Maar in principe onderscheidt de Keuzegids drie groepen masters:

  • Alle studenten met de juiste vooropleiding zijn vrij toegankelijk
  • Alleen eigen studenten met de juiste vooropleiding zijn vrij toegankelijk, er zijn extra drempels voor studenten van buiten
  • Voor alle studenten geldt een selectieprocedure.

Vrij toegankelijk

54% is vrij toegankelijk voor iedereen met de juiste vooropleiding. Bij de technische universiteiten (met uitzondering van Wageningen) worden over het algemeen geen extra eisen gesteld. Als je de juiste bachelor hebt gevolgd word je toegelaten. Met een verwante bachelor moet je soms bepaalde vakken hebben gedaan om te worden toegelaten.

Extra drempels voor studenten van buiten

Een aantal instellingen werpen extra drempels op voor studenten die hun bachelor bij een andere universiteit gevolgd hebben. In de meeste gevallen beslist uiteindelijk de examencommissie of je wel of niet wordt toegelaten. Die kijkt meestal alleen of jouw vakkenpakket voldoende aansluit op de master. Dit gebeurt bij de Universiteit Tilburg bij vrijwel alle aanmeldingen van studenten met een bachelor van een andere universiteit. Als de examencommissie primair kijkt naar het vakkenpakket in de bachelor, dan merkt de Keuzegids deze masters niet aan als selectief.

Selectie

Bij een aantal masters is duidelijk sprake van selectie. Dit kan op basis van kennistesten, cijfergemiddeldes of persoonlijke gesprekken of assessments. Een voorbeeld van een kennistest is de GMAT-test. In Nederland wordt deze wel eens verplicht bij economie- en bedrijfskundemasters. Ook Engelse taaltests worden regelmatig verplicht gesteld (zie hieronder*). De meeste selectieve masters stellen daarnaast eisen aan het cijfergemiddelde. Dit moet in de meeste gevallen een 7 of 7,5 zijn. Soms komt hier nog een minimumcijfer voor de bachelorscriptie bovenop. Bij masters waar kleinschaligheid belangrijk is, worden studenten geselecteerd op basis van toelatingsgesprekken of assessments .

Schijnselectie?

Vaak is het moeilijk om te verifiëren of er  daadwerkelijk sprake is van een selectieprocedure, of eerder van een check of in de vooropleiding de juiste vakken gevolgd zijn. Bij bijvoorbeeld de UU en de VU worden bij sommige masters studenten met de juiste vooropleiding gewoon toegelaten. Maar toch moeten  álle studenten  een hele papierwinkel aan documenten zoals cv, cijferlijst en voorbeelden van geschreven werk meesturen. Hoe streng deze selectie daadwerkelijk is, is moeilijk na te gaan. Mogelijk verschilt dit ook per jaar. In sommige gevallen lijken instellingen zich het recht  behouden om in specifieke gevallen studenten te mogen weigeren.

________________________________________
*Engels taaleisen: 69% van de masters is Engelstalig. Het verschilt per instelling in welke gevallen je moet slagen voor een Engelse taaltest (minimumscores op IELTS, Cambridge of TOEFL-testen). Bij de meeste instellingen krijg je vrijstelling als je je bachelor in Nederland gevolgd hebt. Maastricht is het strengst. Hier krijg je alleen een vrijstelling als je een Engelstalige bachelor gevolgd hebt.

Selectie per universiteit

De Keuzegids heeft een profielschets gemaakt waarin per universiteit wordt omschreven hoe zij selecteren en waar de toelatingseisen op de website te vinden zijn. Lees ze hier: (Onderaan de pagina, dus scroll naar beneden.)