De zwakke positie van afgestudeerden in psychologie en communicatiestudies staat in de schijnwerpers. TV-programma De Monitor wijdde er op 7 februari een mooie uitzending aan. Universiteiten hebben studenten verkeerd voorgelicht over hun baankansen. Minister Bussemaker vindt dat ‘foutje knap gevonden’ en belooft dat de informatie nóg zorgvuldiger zal worden. Is dit genoeg om rustig te slapen? Nou nee. Daarom hier vijf tips voor de politiek. Als studiekiezer kan je zelf je conclusies trekken.

Ook de Keuzegidsredactie droeg bij aan het onderzoek van De Monitor maar onze bijdrage haalde de uitzending net niet. Wel zijn stukken van onze bijdrage hier te zien. We hielpen de foute voorlichting over universitaire baankansen doorprikken en lieten zien dat in onze gids al jaren andere, kritische cijfers staan.
Ook wezen we erop dat de situatie bij psychologie niet slechter is dan bij kleinere alfa- en gammastudies, of bij de kunsten. Bij een grote studie als psychologie vallen crepeergevallen eerder op, maar dit is dus geen lokaal ‘brandje’ bij louter psychologie. Door bezuinigingen op zorg en cultuur, een traag herstellende economie en de nog steeds grote stroom studenten, dreigt er voor het eerst in dertig jaar een lost generation te ontstaan. Is er een oplossing in beeld?

Tip 1. Vergeet die numerus fixus

Het lijkt logisch: te veel afgestudeerde psychologen? Zet een rem op de instroom! Toch wordt dat al gauw een rampverhaal. Waarom?

  • De Olievlek. Als er bij veel studies overschotten dreigen, lost een stop bij één of twee studies niks op. Je verplaatst het probleem en straks moeten alle opleidingen in de alfa- en gammavakken in wo en hbo dicht. En dan?
  • Verspilling van geld en talent. Studentenstops bij honderden opleidingen kosten vele mensjaren werk. Tijd die verloren gaat voor het onderwijs zelf. Tegelijk wordt jongeren het recht ontnomen een passende opleiding te kiezen. Zo schep je pas echt een verloren generatie.
  • Planningsfouten zijn snel gemaakt. De nieuwe eerstejaars studeren pas na 2021 af. De huidige overschotten kunnen dan alweer tekorten zijn. Zie de tragische historie van tandheelkunde in de jaren tachtig. De economie is grillig, de politiek nog grilliger. Een perfecte dosering van studentenaantallen bestaat niet.

Zet alleen studentenstops in bij een echt beroepsspecifieke opleiding waar het overschot structureel en zonneklaar is. Zorg verder voor een beter en flexibeler functionerende opleidingsmarkt.

Tip 2. Pak ‘afstemming’ inhoudelijk aan.

Minister Bussemaker wil betere afstemming op de arbeidsmarkt, in ‘sectorplannen’. Dat gaat vooral over aantallen eerstejaars. Die aanpak zal deels nodig zijn, maar is zo log als een supertanker (zie tip 1). De oplossing ligt veel meer bij de opleidingen zelf.
Bij heel veel wo-opleidingen is voorbereiding op de arbeidsmarkt amper een issue. Men leeft in een cocon, haalt de neus op voor ‘alledaagse’ vaardigheden. Stages tijdens de studie waren tot voor kort ongebruikelijk en bungelen er nu nog steeds bij. Dat kan en moet allemaal veel beter. Concreet:

  • Meer vaardigheden: theoretische scholing en wetenschappelijke vorming zijn belangrijk. Maar doe meer aan het leren toepassen van in de praktijk – ook in nieuwe contexten. Leer studenten vanuit hun vak te ‘ondernemen’ en hoe ze flexibel kunnen inspelen op nieuwe kennis en kansen. Dat maakt ze weerbaar.
  • Sturen met tracks. In de slotfase van de opleiding, vooral in de master, kan en moet er flexibel ingespeeld worden op de actuele arbeidsmarkt. Enkele specialisaties of tracks zijn wél op een specifiek beroep gericht; ga daar sturen op aantallen. Blijf intussen je andere tracks vernieuwen, om studenten een alternatief te bieden. Dreigt er een overschot aan klinisch psychologen, bied dan ook verwante trajecten rond gezondheid of training en coaching. Of stimuleer een tijdige overstap naar een andere, tweede master richting onderwijs of zorg.

Tip 3. Zorg snel voor veel beter onderzoek.

Echte afstemming op de arbeidsmarkt, plus goede voorlichting aan scholieren en studenten, vereist wel een grondige kennis van het beroepenveld en positie van afgestudeerden daarin. Aan die kennis bestaat nu een groot tekort. Dat moet snel aangepakt, op twee niveaus:

  • Jaarlijks groot landelijk onderzoek. Er zijn betrouwbare en gedetailleerde cijfers nodig, per studie. Het hbo heeft ze, uit de jaarlijkse Hbo-monitor. Het wo had ook zo’n monitor, maar heeft erop bezuinigd. Elke twee jaar wordt nu een te kleine steekproef benaderd: de cijfers zijn weinig betrouwbaar, er is geen heldere openbare rapportage. Dit vacuum moet snel opgevuld. Terecht pleiten de studentenbonden voor grondig en onafhankelijk landelijk onderzoek. Zonder feiten kan niemand goed sturen.
  • Plicht voor elke opleiding. Elke opleiding moet verplicht worden om zijn eigen ‘afzetmarkt’ systematisch te volgen. Niet alleen met statistiekjes van (succesvolle) alumni, maar ook door analyse van ontwikkelingen in het beroepenveld, knelpunten daarin en hoe de opleiding daarop kan inspelen. Dit terrein ligt bij veel alfa- en gammastudies nog braak. Maar ook de gamesector heeft zich erin verslikt!

Tip 4. Geef studenten eerlijke informatie

Studiekiezers en studenten hebben hersens. Maar alleen als ze eerlijk geïnformeerd worden over kansarme versus kansrijke studies, kunnen ze betere keuzes maken. Of kunnen ze zich beter voorbereiden op de onzekere toekomst die hun geliefde opleiding biedt.
Precies bij die eerlijke informatie wringt het, legden wij uit bij De Monitor. De reactie van minister Bussemaker was politiek heel slim: de voorlichting is heel zorgvuldig voorbereid en het is ‘knap’ dat daar een foutje in gevonden is; ze gaat erop toezien dat de voorlichting nóg zorgvuldiger wordt. Dit getuigt van erg veel vertrouwen in de universiteiten. Die hebben een belang bij meer studenten en vertellen het liefst over die ene alumnus die het gemaakt heeft. Ook cijfers stellen ze graag rooskleurig voor. Leg de rolverdeling dus anders:

  • Het wo biedt toegang tot cijfers. Dat zijn de cijfers uit nieuw landelijk onderzoek, én de gegevens die opleidingen zelf verzamelen.
  • Stimuleer onafhankelijke publicaties. Kritische media, van de Keuzegids en Elsevier tot landelijke dagbladen, worden nu zo veel mogelijk op afstand gehouden. Maar juist die partijen zijn in staat om belangeloos een breed publiek te informeren. Geef ze de koninklijke rol die hen toekomt.
  • Verbeter loopbaanoriëntatie op school. Nog steeds is de ‘LOB’ op middelbare scholen stiefmoederlijk bedeeld. Terwijl juist daar een studiekeuze goed en belangeloos voorbereid kan worden. De voorlichting/ reclame van de instellingen overspoelt nu de scholen. Decanen en mentoren hebben weinig tijd om die stroom te kanaliseren. Versterk hun rol, geef ze de ruimte om juist ook onafhankelijke informatie in het keuzeproces in te brengen.

Tip 5. Neem dit onderwerp mee in de keuring van opleidingen

Het is gek dat alleen nieuwe opleidingen worden beoordeeld op hun arbeidsmarktrelevantie. De doelmatigheid van bestaande opleidingen wordt nooit meer getoetst. Dat is een gat in het systeem en minister Bussemaker zegt ook hier iets aan te gaan doen.
Maar laat dat nou niet louter een planningssysteem voor studentenaantallen worden. Veel beter passend bij de rol van de keuringsinstantie NVAO is een inhoudelijke toetsing op de punten die we noemden als tip 2,3 en 4:

  • Houdt de opleiding haar ‘praktijk’ genoeg in de gaten?
  • Zorgt ze voor inhoudelijke afstemming én flexibiliteit?
  • Worden scholieren en studenten eerlijk genoeg geïnformeerd?

Als we het zo kunnen doen, is er geen massa studentenstops nodig en gaat de onderwijsmarkt zowel aan de voor- als de achterkant veel transparanter functioneren.