7 oktober 2020 – Het grootste gedeelte van de pasafgestudeerde zorgprofessionals vindt snel een baan, maar wel voornamelijk parttime. Ook is opvallend dat relatief veel hbo-verpleegkundigen werk krijgen dat niet op het niveau is waarvoor ze zijn opgeleid. Dit blijkt uit analyses uit de nieuwe Keuzegids hbo, die deze week verschijnt.
Zorgelijke combinatie van feiten
Uit de analyses blijkt onder andere dat slechts 30% van de startende hbo-verpleegkundigen fulltime werkt. Dit is inmiddels een trend te noemen, want dit percentage is voor het derde jaar op rij ongeveer gelijk gebleven. Daarnaast staan verpleegkundigen onderaan de lijst met pasafgestudeerde hbo’ers die een baan hebben op hbo-niveau.
Vooral de combinatie van voornamelijk parttime werk met relatief weinig banen op hbo-niveau, roept vragen op. Zeker omdat algemeen bekend is dat werkgevers in de zorg naarstig op zoek zijn naar goed opgeleid zorgpersoneel. Het ziet ernaar uit dat het probleem structureel van aard is en daarom niet een-twee-drie opgelost kan worden met een nieuwe aanwas studenten.
Oplossing
Om de vele open vacatures gevuld te krijgen, is het naar verwachting van essentieel belang dat fulltime werken aantrekkelijker wordt gemaakt door dit beter te faciliteren. Men kan bijvoorbeeld denken aan een verlaging van de werkdruk of een hogere financiële waardering: veranderingen waar zorgprofessionals zelf ook voor pleiten. Tevens zal er een betere aansluiting tussen werkzaamheden en opleidingsniveau moeten worden gemaakt.
|
|
* Naast verpleegkunde vallen ook verloskunde en medische hulpverlening in deze beroepsgroep. De opleidingen zijn echter zo klein dat ze weinig invloed hebben op het gemiddelde percentage. Zo werkt bij verloskunde 74% fulltime en 98% op hbo-niveau en bij medische hulpverlening is dit percentage 55% fulltime en 73% op hbo-niveau. |
Keuzegids hbo 2021
De nieuwe Keuzegids hbo verschijnt op 8 oktober. Daarin staan nieuwe studiesuccescijfers, nieuwe arbeidsmarktgegevens en een vernieuwd overzicht van de hbo- en Associate Degree-opleidingen. Ook zijn verschillen tussen de instellingen die dezelfde opleidingen aanbieden duidelijk in kaart gebracht.