De gegevens in de tabellen van de Keuzegids zijn gebaseerd op de volgende bronnen. Per bron geven we ook een korte toelichting.
In deze gids zijn alle wo-bacheloropleidingen opgenomen die aan twee voorwaarden voldoen:
Vrijwel al al deze bachelors worden primair in voltijd aangeboden. Als er ook een deeltijdvariant is, wordt dit vermeld in een aparte noot. Bij zeven opleidingen die louter in deeltijd bestaan (Open Universiteit, Nyenrode) staat dit expliciet vermeld.
Collegegeld. Deze bedragen staan NIET meer in een aparte kolom. Want voor de meeste wo- bachelors betaal je het wettelijk tarief (komend jaar 1984 euro). Als er een hoger tarief geldt, is dat in een tabelnoot vermeld. Informatie over tarieven van niet-bekostigde opleidingen komt van de betreffende universiteiten. (Het hoge “instellingstarief” voor wie al een bachelor heeft afgerond, bespreken we in een apart artikel in de inleiding van de gids. Een gedetailleerd overzicht vind je ook op www.studie-kosten.nl.)
Voertaal. Wij hebben vastgesteld dat gegevens die hierover elders te vinden zijn (croho-register, studiekeuzedatabase) geen volledig en actueel beeld geven van wat je als eerstejaars aantreft. We hebben dus op de websites van alle opleidingen de informatie hierover gecontroleerd: We zeggen
Bindend Studieadvies. Dit betreft het aantal studiepunten die je in je eerste jaar moet halen om geen ‘negatief bindend advies’ te krijgen. Ook deze gegevens zijn op andere plaatsen niet compleet en actueel genoeg Wij hebben ze wij op alle websites van instellingen en opleidingen gecontroleerd. Heel soms bleef de informatie tegenstrijdig en kregen wij niet tijdig antwoord op vragen. Dan staat er in de tabel ‘nb’ van ‘niet beschikbaar’
De gegevens komen uit het landelijke 1CHO-bestand (‘1 cijfer H.O.’). Wij haalden deze cijfers dit jaar uit de landelijke studiekeuzedatabase van Studiekeuze123. Bij opleidingen waar instroomcijfers ontbraken (Open Universiteit, Nyenrode, of door databasefouten) zijn ze geraamd op grond van cijfers over het totale aantal ingeschreven studenten.
Deze gegevens zijn gebaseerd op:
LET OP: de ervaring leert dat er tussen 1 november en 1 februari nog opleidingen verdwijnen of verschijnen op de lijst lotingsstudies. Begin december zullen wij in een ‘update’ bij deze gids de meest actuele feiten opnemen.
De drie hierna genoemde gegevenssoorten vormen samen de basis voor het kwaliteitsoordeel over elke opleiding. Zie ook de aparte pagina over de berekening en normen.
Deze gegevens, berekend met peildatum 1 september 2014, zijn afkomstig van Stichting Studiekeuze123. Het zijn dezelfde cijfers als die ook gebruikt zijn voor de studiebijsluiter “Studie in Cijfers”. De Vereniging van Universiteitren (VSNU) heeft ze aan Studiekeuze123 geleverd. Het betreft het percentage studenten dat in het tweede jaar verder studeert bij dezelfde opleiding. Alleen ‘directe’ instromers vanuit het VWO zijn in deze berekening meegeteld.
In onze tabellen staan niet de studiesuccescijfers zelf, maar we geven met + en – tekens aan of het studiesucces bij de opleiding hoger of lager is dan het landelijke wo-gemiddelde.
Deze gegevens zijn ontleend aan de Nationale Studentenenquête (NSE) , georganiseerd door Studiekeuze123. In het algemeen betreft het alleen de enquête van 2015, maar bij kleine opleidingen zijn soms oordelen van twee of zelfs drie jaar gebundeld om tot een statistisch betrouwbaar resultaat te komen.
Genoeg contacturen? Dit jaar is deze score op twee gegevens gebaseerd. We hebben ze bij elkaar opgeteld:
Studentenoordelen: De gidsredactie publiceert de studentenoordelen in compacte vorm. Uit honderd oordeelsvragen van de NSE zijn er 34 geselecteerd en ingedeeld in 7 hoofdthema’s. Hier wordt deze indeling toegelicht:
a. Onder ‘Inhoud’ vallen het niveau van de stof, samenhang en gebruikte werkvormen, maar ook de kwaliteit van de toetsing.
b. Onder ‘Docenten‘ valt zowel de vakkennis van de docenten als hun kwaliteit in het doceren, begeleiden en geven van feedback.
c. Onder ‘Vaardigheden’ vallen zaken als argumenteren, problemen oplossen en communiceren.
d. Onder ‘Wetenschappelijke vorming‘ vallen kritisch denken en training van academische vaardigheden.
e. ‘Studielast’ gaat over goede spreiding van opdrachten en tentamens, haalbare deadlines en een redelijk aantal herkansingen.
f. Bij ‘Informatie‘ gaat het om roosters en studievoortgang, maar ook om heldere regels en procedures.
g. Onder ‘faciliteiten‘ vallen de kwaliteit en beschikbaarheid van o.a. lesruimtes en ict-voorzieningen.
In onze tabellen in de Keuzegids staan niet de oordelen zelf, maar geven we met + en – tekens aan of de studenten op een onderdeel positiever of negatiever oordelen dan het landelijke hbo-gemiddelde. Zie ook het document berekening en normen.
Deze gegevens zijn ontleend aan de accreditatiebesluiten van de NVAO, de nationale keuringsinstantie voor het hoger onderwijs. (www.nvao.net). Het betreft de stand per 12-10-2015.
Bij ‘oude’ en ‘uitgebreide’ accreditatiebesluiten (van voor begin 2013) zijn die facetoordelen geselecteerd die iets zeggen over het niveau van de opleiding. Bij opleidingen met een nieuwe ‘beperkte’ toets zijn alle vier de oordelen benut. Voor details, zie het document over aanpak expertoordelen op deze site.
————————————————————————————————————————————–
Een veel door ons gebruikte bron is de studiekeuzedatabase, die wordt samengesteld door ResearchNed, in opdracht van Studiekeuze123.nl. Voor meer informatie, ga naar www.studiekeuze123.nl, of naar www.studiekeuzeinformatie.nl.
Zie verder: